Nederlandse vleesvarkenshouders koploper duurzaamheid

De milieubelasting per kilogram varkensvlees ligt in Nederland in de regel lager dan in andere landen, zo hebben het LEI en Interpig vastgesteld. Omdat de productie van varkensvlees in een sterk innovatieve regio plaatsvindt die weliswaar relatief klein van omvang is, hebben we te maken met een lokale milieudruk aan mineralen en emissies.

Door de hoge productiviteit van de vleesvarkenshouders, is Nederland goed in het zoeken naar slimme oplossingen. Zodoende heeft ons land een goede naam opgebouwd rond de hoge productiviteit en het innovatief vermogen. 

Duurzaamheid is een combinatie van mens, milieu, dier en economie. De economische duurzaamheid is de achilleshiel, zo schrijft het LEI. Alleen als de varkensproductie rendabel is, kan de milieuprestatie in Nederland worden benut. Dat betekent dat er een goed verdienmodel moet zijn voor de varkenssector. Vleesvarkenshouders zijn gebaat bij een optimalisatie van de keten.

De kosten van duurzaamheidsinspanningen zijn hoog. Ook de kosten voor maatschappelijke eisen (mest, ammoniak, welzijn) zijn in Nederland ook weer hoger dan in andere landen.

Het produceren in marktconcepten is een mogelijkheid om onderscheidend te zijn. Als het aanbod aan varkens in het marktconcept in de hand gehouden wordt, biedt dat ook kansen voor een betere prijs. Volgens het LEI kunnen varkenshouders, slachterij en andere partijen in een productieketen de kosten verminderen, door goede afstemming van kwaliteit, hoeveelheid en tijdigheid van levering. Elkaar goed informeren kan helpen om samen een goed verdienmodel te hebben, weet het LEI.

Pluspunten voor de bedrijfstak zijn een goed georganiseerde sector en ketens, een groot aantal consumenten om de hoek, en een sterke infrastructuur in transport, internationale handel en kennis. Dat draagt bij aan de duurzaamheidsprestaties van de varkenssector in Nederland.

Bron: LEI, Interpig, www.varkensbedrijf.nl